Europa wordt eeuwenlang gedomineerd door de kerk en de adel. Op de schouders van gewone mensen rechtvaardigden de dienaren van God en de adellijke families hun macht en rijkdom. Dit was de onweerlegbare, goddelijke wereldorde. Een echt duister tijdperk. In de 14e eeuw begint de wereldorde zichzelf te transformeren. Door handel en commercie krijgt een groeiende middenklasse steeds meer macht en rijkdom. Hele steden kopen hun vrijheid en meer privileges van de adel. Lezen en schrijven is niet langer het domein van de adel en de geestelijkheid en de uitvinding van drukinformatie kan uiteindelijk overal worden verspreid. Dit is het begin van de renaissance.